Voorkom ruzie in bed

Voorkom ruzie in bed
Een relatie gaat over méér dan het delen van liefde en emoties. Ook op financieel vlak wordt gedeeld, en daar gaat het dan ook nogal eens fout, zoals het onlangs vernieuwde boek Voorkom ruzie in bed pijnlijk duidelijk maakt. Een selectie uit de 101 voorbeelden. 

Een relatie onderhouden is een hele kunst. Je stapt met een roze bril in het huwelijksbootje, maar als je niet uitkijkt ga je financieel het schip in. Twee voorbeelden van hoe het niet moet.

Wie zwijgt stemt toe
Er zijn heel wat redenen te bedenken om niet te trouwen. Je hoeft geen vermogen uit te geven aan een feest of aan een trouwjurk die je verder toch nooit meer draagt. En je hebt geen slapeloze
nachten vanwege een ingewikkelde gastenlijst. Moet die vreselijke tante Suus daar nu wel of niet op? En wat doe je met de drie ex-vrouwen van je vader? Nog een meevaller: je hoeft niet verkleed op een bierfiets de stad door tijdens een goedbedoeld vrijgezellenfeest. Het is al met al toch een waar mijnenveld, zo’n bruiloft. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de in de liefde nog steeds beladen term alimentatie.

Ook Karel en Charlotte hebben nooit de behoefte gevoeld om zich in een trouwpak en witte jurk te hijsen. Wel kochten ze samen een huis, met als status een ‘eenvoudige gemeenschap’, en stichtten een gezinnetje. Hun samenleving had opvallend veel weg van een traditioneel huwelijk. Karel zorgde voor het inkomen, Charlotte voor de kindjes. Riekt dit niet al naar een zogeheten natuurlijke verbintenis? Oftewel een dringende verplichting van moraal en fatsoen om de ander financieel een handje te helpen, zonder dit ooit terug te willen vorderen? We zullen zien hoe het afloopt.
Boterbriefje of niet, de relatie van Karel en Charlotte overleeft de tand des tijds niet. Na 28 jaar zetten ze een punt achter hun relatie en een bordje ‘Te koop’ in de tuin. Nog voordat het huis is verkocht, begint het geruzie over de overwaarde. Karel beweert dat hij bijna 175.000 euro uit zijn privévermogen in de woning heeft geïnvesteerd. Dat geld was onder meer afkomstig uit de nalatenschap van zijn vader en dat bedrag vordert hij nu terug van de gemeenschap. Charlotte is het daar niet mee eens. Ze hebben immers nooit moeilijk gedaan over wie wat betaalde aan de woning en het gezamenlijke huishouden. Dan kun je nu toch niet opeens met allerlei verrekeningen en vergoedingen op de proppen komen?
In eerste instantie lijkt Karel in z’n recht te staan. Volgens de wet heb je ieder inderdaad recht op vergoeding van wat je voor de woning hebt ingebracht, zowel bij de koop als voor verbouwingen en onderhoud. Mits de ander daarmee heeft ingestemd natuurlijk. Wat er na aftrek van die bedragen nog overblijft, deel je door twee. Maar dit geldt niet als er door partijen andere afspraken zijn gemaakt. En nu komt het: die mogen ook gerust stilzwijgend zijn.
Dat laatste is hier het geval, oordeelt de rechter en later in hoger beroep het hof. Het tweetal heeft jaren geleden samen afgesproken dat Karel voor het gezinsinkomen zou zorgen en Charlotte voor de kinderen. Uit alles blijkt dat zij nooit belang hebben gehecht aan wie wat bijdroeg aan de gezamenlijke uitgaven. Of het nu om de dagelijkse boodschappen ging of om een verbouwing, over verrekening werd niet gerept. Laat staan dat er iets over is vastgelegd. Hieruit leidt het hof af dat er stilzwijgend een overeenkomst tot stand is gekomen. En op grond daarvan kan Karel nu geen aanspraak maken op vergoeding van zijn privé-investeringen in de woning. Ieder heeft dus recht op de helft van de overwaarde.
Nog een interessant feitje: gelet op de niet-constructieve opstelling van Karel bij de verkoop van het huis wordt hij ook nog veroordeeld in de proceskosten. Uitzonderlijk, want vaak geldt: waar er twee ruziemaken, draaien ze allebei ook maar op voor de kosten.
We zien het vaker in dit ‘trouwboekje’: als je financieel alles maar door elkaar laat lopen, kunnen de gevolgen groot zijn. Wil je zaken gescheiden houden, zet ze dan netjes op papier en houd de boekhouding goed op orde. Een eenvoudige schuldbekentenis is vaak al voldoende. Want anders geldt: wie zwijgt, stemt (waarschijnlijk) toe.

‘Op is op’ geldt niet meer
Het is natuurlijk niet erg romantisch, altijd maar zeuren over geld in een relatie. Toch is het goed om het onderwerp af en toe aan te snijden aan de keukentafel en goede afspraken te maken over wie wat betaalt. Gooi je alles op een hoop of houd je de geldzaken strikt gescheiden? Al kies je maar heel eenvoudig voor een gezamenlijke rekening en daarnaast ieder een eigen rekening. Welk systeem je hanteert maakt in feite niet uit, zolang je het er samen maar over eens bent. Door duidelijke afspraken met elkaar te maken, ernaar te leven en ze ook goed vast te leggen, voorkom je veel ellende. Ook in bed. Zeker als het huwelijksgeluk over een tijdje wat barstjes begint te vertonen, want dan lopen ruzies over geld vaak pas echt uit de hand.

Ga je samenwonen, dan kun je eigenlijk niet zonder samenlevingscontract, en al helemaal fiscaal niet. Hierin leg je onder meer vast wat je samen bezit, misschien iets over het partnerpensioen, en hoe je de kosten van de huishouding verdeelt. Woon je samen zonder contract, dan heb je juridisch in beginsel niets met elkaar. Bij een relatiebreuk of bij overlijden maak je dan wettelijk gezien nergens aanspraak op.
Bij een huwelijk kun je in huwelijkse voorwaarden vastleggen hoe je bezittingen en schulden verdeelt. Ditzelfde geldt voor de partnerschapsvoorwaarden bij een geregistreerd partnerschap. Regel je niets, dan trouw je in Nederland automatisch in (beperkte) gemeenschap van goederen. Alle bezittingen zijn dan van beiden, al is daar begin 2018 wel wat wezenlijks in gewijzigd. Bij huwelijken die daarna zijn gesloten, geldt dat alles wat je voor het trouwen bezat, buiten de huwelijksgemeenschap valt. Ook vallen schenkingen en erfenissen die je tijdens het huwelijk ontvangt daar voortaan buiten. Tenzij je uiteraard in de huwelijkse voorwaarden iets anders bepaalt.
Maar wat als je eigen geld dan toch gewoon met de boontjes de pot in gaat? Daarover is jarenlang gesteggeld in de rechtspraak, maar in 2019 maakte de Hoge Raad daar kordaat een einde aan. In deze zaak ging het over de echtscheiding van Ilse en Joep. Zij zijn in 1985 in gemeenschap van goederen gehuwd. Ilse had tijdens het huwelijk 30.000 euro aan schenkingen ontvangen.
Die waren met een uitsluitingsclausule gedaan, waardoor ze sowieso buiten de huwelijksgemeenschap vallen. Maar het tweetal maakte het geld samen op aan vakanties en allerlei andere consumptieve uitgaven.

Bij de echtscheiding stelt Ilse dat ze een claim van 30.000 euro heeft op de huwelijksgemeenschap. Bij het hof ’s-Hertogenbosch vangt ze in eerste instantie bot. Ze heeft het geld immers op de gemeenschappelijke rekening gestort en er valt niet meer te traceren waaraan het allemaal is opgegaan. Ook heeft het tweetal er geen afspraken over gemaakt. Ilse heeft dus geen poot om op te staan.
Zij is het er niet mee eens en gaat in cassatie. Met succes, want volgens de Hoge Raad blijft de vordering wel gewoon bestaan. Dat ze de schenkingen naar de gezamenlijke rekening had geboekt, maakt dus niet uit. Als Joep het daar niet mee eens is, moet hij maar met bewijzen komen waarom het vergoedingsrecht hier niet zou gelden. Een voorbeeld zou kunnen zijn dat Ilse privé-schulden heeft afgelost met het geld. Maar nu hij niet verder komt dan vakanties en consumptieve uitgaven, is er geen reden om het geld niet aan Ilse te vergoeden.
Een belangrijk arrest, zeker ook voor het nieuwe huwelijksvermogensrecht dat sinds 2018 geldt. Het is goed je te realiseren dat er in een huwelijk vaak drie financiële potjes zijn: het gezamenlijke potje en ieders eigen potje. Bij huwelijken die na begin 2018 zijn gesloten, zijn die eigen potjes vaak een stuk groter dan vroeger. Daardoor zijn dus ook de gevolgen groter als je de financiën maar door elkaar laat lopen. Want alles wat je voor het trouwen bezat, valt nu buiten de huwelijksgemeenschap, net als schenkingen en erfenissen die je tijdens het huwelijk ontvangt. Dat geldt zelfs als er geen uitsluitingsclausule op rust, zoals bij Ilse wel het geval was. Een uitzondering doet zich voor als er in de huwelijkse voorwaarden iets anders is bepaald of er een zogeheten insluitingsclausule is gemaakt, waarover in een ander verhaaltje meer.

Het is dus verstandig met drie aparte rekeningen te werken. Betaal je iets gezamenlijks van je eigen rekening, dan ontstaat er een vergoedingsrecht op de gezamenlijke pot. ‘Op is op’ geldt dus
niet meer.

 
Share our website